Zoeken

QuikRead go Plus: installeren, koppelen en beheren

6 november 2025

QuikRead go Plus maakt consultgestuurde CRP-POCT mogelijk. Een betrouwbare inzet vraagt om een gestructureerde aanpak: goede voorbereiding, correcte installatie en validatie, duidelijke gebruikersrollen, een stabiele HIS/LIS-koppeling en een sluitende audittrail. Dit artikel biedt een praktische gids met uitgewerkte voorbeelden en formats die direct toepasbaar zijn in een kwaliteitsdossier.

Voorbereiding

Een zorgvuldige voorbereiding vermindert foutkansen en versnelt audits. Kies een stabiele, schone werkplek met een passende stroomvoorziening, zonder directe warmtebronnen of trillingen, en controleer of er een betrouwbaar netwerk of ethernetverbinding aanwezig is. Het instrument dient in een droge, schone omgeving (2–35 °C) te staan met stabiele voeding (100–240 V AC of interne accu, OD‑155231). Leg verantwoordelijkheden vast rondom toegang, onderhoud, storingsmeldingen en vervanging bij afwezigheid.

Zorg dat alle materialen aanwezig zijn: het instrument, testkits, sample collectors of capillairen, controlemateriaal (low/normal/high), barcodescanner (indien gebruikt) en persoonlijke beschermingsmiddelen. Leg vast welke sample‑route (capillair of veneus) en welk monstervolume (10 µl) wordt gehanteerd, om misverstanden over verbruiksartikelen te voorkomen.

Bereid ook de documentatie voor: een installatieplan met stappen en criteria, een validatieformulier met verantwoordelijkheden, een gebruikersregister met namen en rollen, een wijzigingslog en een storingsprocedure. Gebruik duidelijke go/no‑go‑criteria, zoals succesvolle controles, een werkende testkoppeling en een korte teaminstructie voorafgaand aan livegang.

Installatie en validatie

De eerste configuratie bepaalt de kwaliteit van alle vervolgmetingen. Stel taal, datum en tijd correct in, maak een beheerderaccount aan en documenteer het wachtwoordbeleid. Bij eerste installatie moet een beheerderwachtwoord worden ingesteld (minimaal 8 tekens, met hoofd- en kleine letters en een cijfer). Bewaar dit veilig; het geeft volledige beheertoegang. Raadpleeg voor volledige eerste‑installatieprocedure de IFU (p. 83) of Aidian‑documentatie.

Noteer serienummer, instrument‑ID en softwareversie in het kwaliteitsdossier. Controleer of de geïnstalleerde softwareversie voldoet aan de actuele eisen in de IFU of release notes van de fabrikant.

Voer voorafgaand aan de start een validatie uit door controlemateriaal (low/normal/high) te draaien volgens het protocol. Registreer uitslagen, grenzen en eventuele correctieve acties. Een parallelmeting kan extra zekerheid bieden over consistentie. Leg ook lotnummers, gebruiker en tijdstempels vast.

Gebruik de easy CRP‑kit met QuikRead go Sample Collector 10 µl voor snelle volbloedmetingen (1 – 200 mg/L). Resultaten verschijnen binnen 2 minuten en de sample blijft 2 uur stabiel in de cuvet. Pas na geslaagde validatie, succesvolle koppelingstests en teaminstructie kan de livegang plaatsvinden.

Rollen en rechten

Duidelijke rolverdeling voorkomt fouten en ondersteunt herleidbaarheid. Gebruik drie niveaus: beheerder (instellingen, gebruikersbeheer, updates, koppelingen), superuser (kwaliteitsbewaking, controles, eerstelijns ondersteuning) en routinegebruiker (metingen uitvoeren conform protocol). Beperk het aantal beheerders en leg vervangingsafspraken vast.

Nieuwe gebruikers doorlopen een korte instructie, toetsing en registratie van bekwaamheid. Vertrekkende gebruikers worden gedeactiveerd en verwijderd uit het register. Controleer periodiek op inactieve accounts en vermijd gedeelde logins. Leg vast wie verantwoordelijk is voor sleutel‑ en wachtwoordbeheer en hoe noodtoegang geregeld is.

HIS/LIS‑koppeling

Een betrouwbare HIS/LIS‑koppeling voorkomt dubbele handelingen en maakt resultaten volledig herleidbaar. Het QuikRead go Plus‑instrument ondersteunt LAN (RJ‑45) en Wi‑Fi‑verbindingen en communiceert volgens de LIS01‑A2‑ en POCT1‑A2‑protocollen. Deze standaarden ondersteunen zowel uni‑ als bidirectionele communicatie en maken functies als software‑updates, gebruikersbeheer en rapportage op afstand mogelijk.

De onderstaande tabel is een praktijkrichtlijn voor datavelden die minimaal of aanvullend vastgelegd kunnen worden:

Veld Minimale set Aanvullend
Patiënt‑ID  
Naam/initialen  
Geboortedatum  
Testtype (CRP)  
Uitslag + eenheid  
Datum/tijd meting  
Gebruiker/operator  
Instrument‑ID  
Lotnummer kit/cuvet  
Softwareversie  
Opmerkingen/beleid  
Foutcode/status  

Bij bidirectioneel gebruik wordt een order in het HIS aangemaakt en schrijft het instrument automatisch de resultaten terug. Test ook foutscenario’s zoals time‑outs of dubbele orders en leg correctieve acties vast. Bij netwerkstoring wordt lokaal geregistreerd en later gesynchroniseerd, met invulling van een afwijkingsformulier.

Audittrail, onderhoud en wijzigingen

Een volledige audittrail is essentieel voor kwaliteitsborging. Het QuikRead go Plus‑instrument registreert automatisch tot 6000 patiënt‑, QC‑ en LIS‑resultaten voor volledige traceerbaarheid. Voer dagelijks een korte visuele controle uit en registreer bevindingen in een logboek. Noteer wijzigingen altijd met datum, reden, uitvoerder, impact en terugvalplan. Voorbeelden zijn software‑updates, protocolwijzigingen of lotwissels. Na een relevante wijziging volgt een extra IQC‑controle, waarvan de uitkomst wordt vastgelegd.

Plan periodiek onderhoud, schoonmaak en functionele checks en bewaar de rapporten bij het instrumentdossier. Gebruik IQC‑reeksen om stabiliteit te bewaken en EQA (ringonderzoek) voor externe toetsing. Bespreek afwijkingen in het team en documenteer corrigerende acties.

Overzicht parameters en specificaties

Test Monstertype Volume Meetbereik Testduur Stabiliteit in cuvet
easy CRP Volbloed / serum / plasma 10 µl 1–200 mg/L 2 min 2 uur
wrCRP + Hb Volbloed / serum / plasma 10 µl CRP 0.5–200 mg/L; Hb 50–220 g/L 2 min 2 uur
HbA1c Volbloed 1 µl 20–140 mmol/mol (4–15 %) < 6 min 5 min
iFOBT Feces 10 mg 10–200 µg Hb/g feces 2 min 2 uur
Strep A Keeluitstrijk Pos/neg (7 × 10⁴ CFU/swab) 4 min (2 min positief) 4 uur

Documentatie en audits

Gestandaardiseerde documenten versnellen interne en externe audits. In een dag‑ of weeklog worden controles, afwijkingen, vervanging van verbruiksartikelen en storingen vastgelegd met vermelding van wie, wat en wanneer. Een maandoverzicht bundelt trends, foutcodes, storingen en hersteltijden met korte verbeteracties, bij voorkeur op één pagina. De jaarreview bevat samenvattingen van uptime, aantal metingen, IQC/EQA‑resultaten en verbeterpunten met verantwoordelijkheden en deadlines.

Tips en veelgemaakte fouten

Tips

  • Documenteer softwareversies en wijzigingen direct.
  • Beperk beheerderrechten tot noodzakelijke personen.
  • Test koppelingen met realistische scenario’s (time-out, dubbele order, annulering).
  • Automatiseer waar mogelijk lot‑ en gebruikersregistratie.
  • Plan herinstructie na updates of personeelswisselingen.

Veelgemaakte fouten

  • Livegang zonder volledige validatie.
  • Geen fallback bij netwerkstoring of foutcode
  • Te veel beheerders of onduidelijke rolgrenzen
  • Lotwissels of updates niet registreren
  • Uitslagen zonder gebruiker of tijdstempel in het HIS.

Conclusie

Een betrouwbare implementatie van QuikRead go Plus begint met een vaste structuur: voorbereiding, validatie, duidelijke rollen en een correcte HIS/LIS‑koppeling. Door consequent wijzigingen te loggen, onderhoud te plannen en resultaten te evalueren via IQC en EQA blijft het systeem aantoonbaar betrouwbaar. Deze aanpak voorkomt variatie, versterkt de kwaliteit en versnelt audits.

Disclaimer

Deze informatie is bedoeld als algemene voorlichting voor zorgprofessionals. Volg altijd de geldende medische richtlijnen en lokale protocollen. Raadpleeg bij twijfel een arts of specialist.

Veelgestelde vragen

Hoe bewijs ik dat de HIS/LIS‑koppeling betrouwbaar werkt?

Test met een testpatiënt en simuleer foutscenario’s. Bewaar testresultaten, logbestanden en een korte testrapportage in het instrumentdossier.

Wie mag beheerder zijn en hoe borg ik sleutelbeheer?

Wijs één beheerder en een plaatsvervanger aan. Leg opslag en toegang vast en vermijd gedeelde logins.

Wat registreer ik bij een software‑update of instellingwijziging?

Noteer datum, reden, uitvoerder, impact, terugvalplan, extra IQC en versienummer.

Hoe ga ik om met uitslagen tijdens een koppelingsstoring?

Registreer lokaal met kernvelden, synchroniseer later en vul een afwijkingsformulier in.

Wanneer voer ik extra controles uit?

Na software‑updates, instrumentonderhoud, lotwissels of opvallende trends; leg acties vast in het kwaliteitsdossier.