Diathermie wordt dagelijks gebruikt in de OK, polikliniek en in de fysio- en revalidatiepraktijk. In dit artikel vindt u een compleet, neutraal overzicht van diathermie: van de biophysica achter de techniek tot concrete keuzes bij instellingen, applicatoren en workflow. We gaan in op mono- en bipolaire elektrochirurgie, shortwave- en microgolfdiathermie in de fysiotherapie, veelvoorkomende risico’s, onderhoud en inkoop. Het doel: een helder referentiekader zodat u diathermie veilig en doelmatig inzet.
Kernpunten
-
Diathermie gebruikt hoogfrequente stroom voor gecontroleerde weefselverwarming.
-
Monopolaire en bipolaire elektrochirurgie hebben verschillende indicaties.
-
Shortwave en microgolf verwarmen weefsel dieper in de fysiopraktijk.
-
Veiligheid draait om elektrodeplaatsing, contact en rookafzuiging.
-
Onderhoud, training en vastleggen van instellingen borgen kwaliteit.
Hoe werkt diathermie en wat doet het in weefsel?
Diathermie berust op het omzetten van elektrische energie in warmte in het weefsel. Door hoogfrequente wisselstroom (typisch honderden kilohertz tot enkele megahertz) wordt depolarisatie van zenuwen en spieren geminimaliseerd, terwijl de weerstand (impedantie) van het weefsel warmte ontwikkelt. Dat geeft klinische effecten: snijden, coaguleren of fulgureren bij elektrochirurgie; therapeutische diepteverwarming bij fysiotherapie.
Monopolair vs bipolair (OK)
Bij monopolaire elektrochirurgie vloeit de stroom van het actieve instrument via de patiënt naar een retour- of neutrale elektrode (de ‘plaat’). Het contactoppervlak van de actieve elektrode is klein, waardoor lokale stroomdichtheid en temperatuurstijging hoog zijn: geschikt voor snijden en brede coagulatie. In bipolaire systemen stroomt de energie tussen twee dicht bij elkaar liggende polen (bijv. een bipolaire tang). De stroom blijft lokaal, wat het risico op ongewenste stroompaden verkleint en nauwkeurige coagulatie mogelijk maakt, bijvoorbeeld bij delicate dissectie of in natte velden.
Continu, gepulst en golfvormen
Generatoren bieden verschillende ‘standen’ of golfvormen. Een continue sinus of gemoduleerde stroom geeft een snij-effect (verdamping/ablatie); een onderbroken (gepulste) of duty-cycle-geremde golfvorm bevordert coagulatie doordat de gemiddelde warmte lager is en eiwitdenaturatie domineert. Terminologie verschilt per fabrikant (snij, blend, coag, spray), maar het mechanisme is gelijk: variatie in piekvermogen, duty cycle en crest factor bepaalt weefselrespons.
Shortwave en microgolf (fysio)
Shortwave diathermie (veelal ~27 MHz) gebruikt capacitieve of inductieve koppeling om diepteverwarming te bereiken. Capacitief focust op meer oppervlakkige, waterarme weefsels; inductief (drum/coil) geeft relatief meer verhitting in spier- en weefsel met hogere geleidbaarheid. Microwavediathermie werkt met hogere frequenties (GHz-bereik) en een andere applicatorgeometrie, met doorgaans meer gefocuste, ondiepere energieafgifte. Beide worden gedoseerd op basis van weefselrespons en comfort, met aandacht voor contra-indicaties (bijv. actieve implantaten, metalen voorwerpen nabij het veld, zwangerschap—volg lokale richtlijnen).
Welke termen gebruikt u bij diathermie?
Fulguratie — Niet-contactcoagulatie met vonkvorming; oppervlakkig effect voor diffuse hemostase.
Desiccatie — Contactcoagulatie met wateronttrekking en krimp van weefsel.
Blend — Golfvorm met snij- en coagulatiecomponent; balanceert bloedingsrisico en snijsnelheid.
Neutrale/retour-elektrode — Groot contactvlak dat stroom terugvoert bij monopolair werken; vereiste: vlak, droog, intacte huid.
Capacitatieve koppeling — Onbedoelde energietransfer via elektrisch veld naar naburige geleiders/kabels; voorkom door kabelscheiding.
Inductieve koppeling — Onbedoelde energietransfer via magnetisch veld/wervelstromen; beperk grote kabellussen.
Duty cycle — Percentage van de tijd dat energie wordt afgegeven binnen een cyclus; bepaalt warmteopbouw en effect.
Wanneer kiest u welke techniek in de OK?
Snijden, coaguleren en spray
-
Snijden (continue golf): scherpe incisie met beperkte thermische schade; nuttig voor huid en slijmvlies.
-
Blend (gemengd): balans tussen snij en coagulatie bij vasculaire gebieden.
-
Coagulatie (onderbroken): hemostase, puntgewijs of breed.
-
Spray-coagulatie/fulguratie: niet-contact; handig voor diffuse oozing of oppervlakkige hemostase.
Mono- of bipolair?
Monopolair biedt snelheid en veelzijdigheid, maar vraagt nauwkeurige retourplaatplaatsing en kabelmanagement. Bipolair is preferent wanneer weefselsparend gewerkt wordt, bij nauwe anatomie of in vochtig veld. Vessel sealing/ligatie-instrumenten combineren gecontroleerde druk met energie om vaten te sluiten; raadpleeg de IFU van het instrument voor limieten en indicaties.
Endoscopie en argonplasma
Argonplasma-coagulatie (APC) gebruikt geïoniseerd argon als niet-contact geleider, waardoor oppervlakkige, homogene coagulatie mogelijk is langs het gaspad. Dit is bruikbaar voor bloedende mucosa of ablaties in het lumen. Let op rook/gasafvoer en aardingsroutes volgens de procedure.
Hoe past u diathermie toe in de fysio- en revalidatiepraktijk?
Capacitief vs inductief (shortwave)
Capacitieve applicatoren (plaat/condensatorschijven) leggen een elektrisch veld aan; opwarming hangt af van afstand, grootte en positionering van elektroden en het weefselprofiel. Inductieve drums creëren een magnetisch veld dat wervelstromen opwekt, wat relatief meer verhitting geeft in goed doorbloede weefsels. Dosering is stapsgewijs: start laag, observeer comfort en warmtegevoel, en documenteer tijd, vermogen en positionering.
Microwavediathermie
Microwave-applicatoren geven meer gericht veld en kortere opwarmtijd, maar vereisen nauwkeurige uitlijning en vaste afstandshouders. Reflecties aan grenzen (lucht/bot) kunnen hotspots geven; houd rekening met kwetsbare zones en bescherm oppervlakkige zenuwbanen. In de meeste praktijken is shortwave breder inzetbaar; microwaves worden selectiever toegepast afhankelijk van uitrusting en training.
Contra-indicaties en voorzorgen
Volg de lokale medische richtlijnen. In het algemeen wordt diathermie vermeden bij actieve implanteerbare apparaten (pacemaker, ICD) of onduidelijke metalen in het veld. Controleer huidintegriteit, sensibiliteit en thermisch risico. Communiceer het gevoel van warmte, prikken of branderig gevoel met de patiënt en stop bij discomfort.
Welke apparatuur en accessoires gebruikt u?
Generatoren (elektrochirurgie)
Een elektrochirurgische generator levert instelbare hoogfrequente energie met vooraf ingestelde standen. Handstukken en voetpedalen regelen activering (snij/coag). Display en feedbacksystemen kunnen impedantie monitoren en het vermogen bijregelen. Documenteer instellingen en effectiviteit in het dossier.
Elektroden en handstukken
Actieve elektroden variëren van naald/pennetjes en lusjes tot spatel- of kogelvormen. Keuze bepaalt stroomdichtheid en thermische spreiding. Bipolaire instrumenten (tangen, pincetten) geven lokaal effect. Retour-/neutrale elektroden (‘platen’) moeten vlak, droog en zonder huidvouwen worden aangebracht; vermijd littekenweefsel en benige prominences.
Rookafzuiging en filters
Electrochirurgische rook bevat deeltjes en chemische componenten. Een dedicated rookafzuiger, geïntegreerd of stand-alone, met passend filter en verversingsschema, verlaagt blootstelling. Positioneer de zuigmond dicht bij de bron en controleer of het systeem actief is voor start van de procedure.
Fysiotherapie-applicatoren
Shortwave: capacitieve platen (vast of met arm), inductieve drums of kabels. Microwave: waveguides met afstandshouder. Let op mechanische stabiliteit, demping van kabeltrek en duidelijke markeringen voor positionering.
Veilig werken met diathermie: risico’s en preventie
Huid- en brandwonden
Oorzaken zijn onder meer slecht contact van de retourplaat, vocht/gel onder elektroden, drukpunten onder kabels of metalen objecten in contact met de huid. Controleer de huid, droog en scheer indien nodig, en voorkom vouwen. Gebruik geschikte, onbeschadigde disposables.
Ongewenste stroompaden en koppeling
Capacitieve koppeling kan optreden via nabijgelegen kabels of instrumenten; houd kabels gescheiden en vermijd overmatige lengte-lussen. Bij isolatiefouten kunnen lekstromen ontstaan; inspecteer isolatie en gebruik isolatie-testers tijdens onderhoud.
Interferentie met implantaten en monitoring
Bespreek vooraf de aanwezigheid van pacemakers/ICD’s of neurostimulatoren. Overweeg bipolair werken, minimale vermogens en korte activaties. Positioneer de retourplaat zo dat de stroom niet door het implantaatpad loopt. Monitoring (ECG) kan artefacten tonen; plan communicatie in het team.
Rook en aerosol
Schakel rookafzuiging in, ververs filters conform de handleiding en minimaliseer niet-essentiële blootstelling van het team. Rookdetectie of -afvoer in de ruimte kan aanvullende bescherming bieden, afhankelijk van lokale voorzieningen.
Retourplaat correct plaatsen: stap-voor-stap
-
Controleer huid, indicatie en contra-indicaties; kies een plek dicht bij het werkveld.
-
Reinig en droog de huid zorgvuldig; verwijder haar indien nodig (tondeuse, geen scheermes).
-
Kies de juiste maat en type retourplaat volgens de IFU.
-
Positioneer op een vlak, goed doorbloed spiergebied; vermijd littekens, benige uitsteeksels en huidplooien.
-
Breng de plaat vlak en zonder plooien of luchtbellen aan; geen overlap met andere elektroden.
-
Zorg dat er geen gel, vocht of desinfectiemiddel onder de plaat zit.
-
Leid de kabel spanningsvrij en zonder knik; vermijd contact met metalen delen en andere kabels.
-
Voer een visuele en elektrische check uit vóór de eerste activatie en na herpositioneren; documenteer locatie en bijzonderheden.
Inkoop, onderhoud en bekwaamheid: wat is randvoorwaardelijk?
Selectiecriteria
Baseer de keuze op klinische behoefte, compatibiliteit met bestaande instrumenten en duidelijke bediening. Let op vermogensbereik, presets, ergonomie, integratie met rookafzuiging en servicecontracten. Betrek gebruikers, biomedische techniek en inkoop vroegtijdig.
Onderhoud en kalibratie
Voer dagelijkse gebruikerschecks uit (visuele inspectie, kabels, plaataansluitingen, voetpedaal). Plan periodiek technisch onderhoud met metingen onder testlast. Registreer onderhoud, vervanging van verbruiksartikelen en incidenten in het assetbeheersysteem.
Training en competenties
Borg kennis met onboarding, herinstructie en simulatie van incidentscenario’s (verkeerde plaatplaatsing, rookafzuiging uit, kabelbreuk). Documenteer individuele bekwaamheden en houd de toegang tot apparatuur gebonden aan training.
Overzicht van bekende fabrikanten en systemen
Onderstaande lijst is niet uitputtend en bedoeld als neutrale oriëntatie.
Chirurgische elektrochirurgie en endoscopie
-
Erbe: elektrochirurgische generatoren en APC-systemen voor OK en endoscopie.
-
ConMed: elektrochirurgische units, handstukken en rookafzuiging.
-
Medtronic (Valleylab): generatoren, handstukken en sealinginstrumenten.
-
BOWA: elektrochirurgische systemen, instrumenten en rookafzuigoplossingen.
-
KLS Martin: elektrochirurgie, bipolaire instrumenten en accessoires.
-
Aesculap/B. Braun: elektrochirurgische instrumenten en toebehoren.
-
Olympus: endoscopische energieplatforms en APC.
-
Sutter: microchirurgische bipolaire instrumenten.
-
Ellman/Apyx: radiofrequentiechirurgie voor specifieke indicaties.
Fysiotherapie en revalidatie
-
Chattanooga (DJO): shortwave- en microwave-systemen voor fysiotherapie.
-
Zimmer MedizinSysteme: shortwave-platforms en applicatoren.
-
Enraf-Nonius: shortwave-apparatuur en toebehoren.
-
Globus en andere aanbieders: variërend portfolio voor fysio-instellingen.
Kies altijd op basis van lokale behoefte, compatibiliteit en handleidingen; vermijd merkspecifieke aannames zonder verificatie.
Elektrochirurgie (OK) vs shortwave diathermie (fysio)
| Aspect | Elektrochirurgie (OK) | Shortwave diathermie (fysio) |
|---|---|---|
| Primair doel | Snijden/coaguleren van weefsel | Diepteverwarming/thermotherapie |
| Werkfrequentie (globaal) | Hoogfrequent, honderden kHz–MHz | ~27 MHz (typisch) |
| Energieoverdracht | Direct via elektrode (contact/spray) | Capacitief of inductief veld |
| Applicator | Actieve elektrode + retourplaat/bipolair | Platen, drums, kabels |
| Omgeving | OK, endoscopie, poli-procedures | Fysio- en revalidatiepraktijk |
| Belangrijkste risico’s | Plaatcontact, ongewenste stroompaden, rook | Hotspots, metaal in veld, implantaten |
Deze tabel helpt om doel, omgeving en risico’s te onderscheiden. Het voorkomt verwarring tussen ‘energieplatforms’ in de OK en ‘thermische therapie’ in de fysio. Gebruik de tabel als geheugensteun bij beleid en opleiding.
Praktijkcase: oppervlakkige brandplek na laparoscopie
Tijdens een laparoscopische procedure werd monopolair gewerkt met een standaard retourplaat. Postoperatief viel een ovale roodheid op ter plaatse van de plaat. Analyse toonde twee oorzaken: de plaat was gedeeltelijk over een huidplooi geplaatst en er was restvocht van huidreiniging achtergebleven. De combinatie leidde tot verhoogde stroomdichtheid aan één zijde. In een nagesprek is het teamproces aangepast: preoperatieve huidcontrole en drogen zijn expliciet in de time-out opgenomen; een checklijst vraagt nu om visuele inspectie van de plaat en kabelspanning vóór eerste activatie. Ook zijn kabelroutes herzien om drukpunten onder de patiënt te voorkomen. Bij herhaling van vergelijkbare ingrepen is het incident niet meer opgetreden. De casus onderstreept dat kleine aandachtspunten—plaatplaatsing, droogte van de huid en kabelmanagement—direct klinische impact hebben.
Tips en veelgemaakte fouten
Tips
-
Positioneer de retourplaat zo dicht mogelijk bij het werkveld.
-
Houd kabels kort, gescheiden en zonder strakke bochten.
-
Zet rookafzuiging aan vóór de eerste activatie en controleer de zuigafstand.
-
Leg instellingen en klinische respons direct vast in het dossier.
-
Plan periodieke herinstructie en simuleer incidenten.
Veelgemaakte fouten
-
Plaat over littekens, benige punten of huidplooien plaatsen.
-
Vocht, gel of desinfectiemiddel onder elektroden laten.
-
Vergeten van rookafzuiging of gebruik met verzadigd filter.
-
Onvoldoende aandacht voor implantaten of onbekende metalen.
-
Te lang of met te hoog vermogen activeren zonder tussentijdse beoordeling.
Conclusie: helder kader voor veilig en doelmatig gebruik
Diathermie is een veelzijdige techniek met uiteenlopende toepassingen in OK en fysiotherapie. Door de basiswerking te begrijpen—stroomdichtheid, golfvormen en weefselrespons—kunt u per situatie de juiste stand, applicator en instellingen kiezen. Veiligheid begint bij voorbereiding: correcte plaatplaatsing, droog en gaaf huidcontact, doordacht kabelmanagement en actieve rookafzuiging. Kwaliteit wordt geborgd met routinechecks, periodiek onderhoud en systematische vastlegging in het dossier. Betrek bovendien gebruikers, biomedische techniek en inkoop bij selectie en lifecyclebeheer. Zo ontstaat een stabiele praktijk waarin patiënten, professionals en organisatie profiteren.
Bekijk ons assortiment in deze categorie of neem contact op voor productadvies.
Disclaimer
Deze informatie is bedoeld als algemene voorlichting voor zorgprofessionals. Volg altijd de geldende medische richtlijnen en lokale protocollen. Raadpleeg bij twijfel een arts/specialist.
Veelgestelde vragen
Wanneer kies ik monopolaire of bipolaire elektrochirurgie?
Monopolair is veelzijdig en snel, geschikt voor snijden en brede coagulatie, mits de retourplaat optimaal is geplaatst. Bipolair geeft lokale, gecontroleerde coagulatie en is gunstig in vochtige of nauwe velden en nabij gevoelige structuren.
Wat zijn signalen van onveilig contact van de retourplaat?
Onverklaarde warmte of branderigheid, asymmetrische roodheid rond de rand of alarmsignalen van het apparaat. Stop, inspecteer plaat en huid, vervang zo nodig en documenteer.
Hoe ga ik om met patiënten met implantaten?
Bespreek het vooraf met het team. Overweeg bipolair werken, vermogensreductie en korte activaties. Positioneer de retourplaat zo dat het stroompad het implantaat mijdt en volg lokale protocollen.
Welke opties heb ik voor rookbeheersing?
Gebruik een (geïntegreerde) rookafzuiger met passend filter. Plaats de zuigmond dicht bij de bron en vervang filters volgens de handleiding. Minimaliseer blootstelling van het team.
Wat is het verschil tussen shortwave en microwavediathermie?
Shortwave (~27 MHz) biedt flexibele applicatie via capacitieve of inductieve koppeling met relatief diepe verwarming. Microwaves hebben hogere frequenties, meer gefocuste energie en vragen nauwkeurige uitlijning; toepassing is selectiever en apparaat-afhankelijk.













