Zoeken

Combur-urinestrip aflezen: stappenplan, afleestijden en valkuilen

17 september 2025

De Combur-urinestrip is een snel en laagdrempelig hulpmiddel voor de eerste beoordeling bij mictieklachten, gerichte screening en eenvoudige follow-up. Betrouwbaarheid staat of valt met een juiste indicatie, goede monsterkwaliteit, strakke timing en consequent verslagleggen. In dit artikel leest u wanneer u de strip gericht inzet, hoe u het monster voorbereidt, hoe u per stap afleest, welke factoren de test verstoren en hoe u uitslagen eenduidig vastlegt.

Kernpunten

  • Kies de strip alleen als de klinische vraag met een (semi)kwantitatieve kleurreactie te beantwoorden is.

  • Bereid monster en materiaal zorgvuldig voor; voorkom contaminatie en vertraging.

  • Volg de afleestijd per vakje volgens etiket of IFU; start de timer direct.

  • Interpreteer elke parameter in context met anamnese en onderzoek; nooit geïsoleerd.

  • Leg bevindingen gestandaardiseerd vast en noteer de gekozen vervolgstap met reden.

Wanneer kiest u voor een Combur-strip?

Urinestrips zijn geschikt als point-of-care-indicatie bij klachten passend bij een urineweginfectie (bijv. dysurie, pollakisurie), en voor eenvoudige controles (bijv. evaluatie na behandeling). Kies de Combur-strip wanneer een binair of semikwantitatief signaal uw vraag beantwoordt of richting geeft: is er leukocyturie of nitriet passend bij bacteriurie? Is er (micro)hematurie die vervolgstappen vraagt? Is er proteïnurie die verdere evaluatie verdient?

Wees terughoudend bij complexe vragen of als een laboratoriumbepaling nodig is (bijv. albumine-creatinine-ratio, nauwkeurige pH-sturing, nefrologische follow-up). Bij asymptomatische patiënten: gebruik de strip alleen bij een duidelijke vraag; routinematig screenen geeft ruis en onnodige vervolgzorg. Volg altijd het lokale protocol (bijv. NHG/instellingsafspraken) voor wel/geen kweek na de strip.

Voorbereiding en uitvoering: zo gebruikt u de Combur-test

Een betrouwbare uitslag begint vóórdat de strip het monster raakt.

Voorbereiding

  • Identificeer patiënt en monster correct; etiket op het potje.

  • Opvang: bij voorkeur vers opgevangen middenstroomurine na duidelijke instructie.

  • Homogeniseer: roer het monster kort om bezinking te mengen.

  • Controleer strips: houdbaarheidsdatum en bewaarcondities; gebruik een droge strip en sluit de flacon direct.

Randvoorwaarden in de kamer

  • Voldoende verlichting voor kleurvergelijking.

  • Timer die u direct kunt starten.

  • Absorberend papier om af te strijken.

  • Vaste plek/veldnamen voor noteren in het dossier.

  • Werkafspraak voor monsters die niet snel getest kunnen worden (koelen/afkeuren volgens protocol).

Hoe leest u de Combur-urinestrip betrouwbaar af?

Volg de IFU/etiket. Houd de strip horizontaal (tegen overlopen) en begin meteen met tellen.

Stappen (5 punten)

  1. Neem één strip met droge vingers of pincet; sluit de flacon direct.

  2. Dompel alle reactiezones kort volledig onder; niet roeren.

  3. Strijk de zijkant af aan de rand van het potje of dep kort op papier.

  4. Start direct de timer; houd de strip horizontaal tot aflezen.

  5. Vergelijk elk vakje op het exacte tijdstip met de kleurkaart; noteer per parameter de categorie en bijzonderheden.

Overzichtstabel: processtappen en aandachtspunten

Stap Doel Waar let u op?
Identificatie & monstercontrole Juist monster, juiste patiënt Etiket aanwezig; versheid; geen verdunning/contaminatie
Strip & houdbaarheid Betrouwbaar reagens Houdbaarheidsdatum; droge strip; flacon direct sluiten
Monster voorbereiden Representatieve meting Kort mengen; geen schuim; geen vaste deeltjes aan strip
Dompelen & afstrijken Gelijkmatige bevochtiging Volledige dekking zones; geen overloop tussen vakjes
Aflezen & registreren Correcte interpretatie Afleestijd per vakje; juiste kleurvergelijking; directe notitie

Tip: leg in het team vast wie welke stap doet, en hoe u onderbrekingen (telefoon/kamerbezetting) opvangt zonder de timing te missen.

Aflezen per parameter: praktische interpretatie

Urinestrips geven semikwantitatieve kleurveranderingen. De exacte drempels staan in de IFU; hieronder staat een praktijkkader per parameter. Lees elk vakje op tijd en beoordeel altijd in combinatie met anamnese en onderzoek.

Leukocytenesterase

Positief past bij leukocyturie en kan, samen met klachten en/of positief nitriet, wijzen op UWI. Afwezigheid sluit infectie niet uit.

Nitriet

Positief ondersteunt bacteriurie door nitraatreducerende bacteriën. Negatief sluit infectie niet uit (korte blaastijd, lage belasting, of niet-reducerende verwekkers). Combineer met leukocyten en klachten.

Bloed (hemoglobine/myoglobine)

Positief kan passen bij (micro)hematurie. Sluit menstruatiecontaminatie uit; bij persisterende bevindingen vervolgen conform protocol (bijv. sediment of verwijzing).

Eiwit (proteïne)

Signaal voor proteïnurie. Check context (koorts/inspanning). Herhaal of kwantificeer zo nodig met lab (bijv. ACR) volgens lokaal beleid.

pH

Indicatief voor zuurgraad; vooral begeleidend. Voor therapeutische beslissingen vaak laboratoriummeting nodig.

Glucose en ketonen

Positief kan passen bij hyperglykemie of katabole toestand. Beoordeel in klinische context; labdiagnostiek indien nodig.

Urobilinogeen/bilirubine

Afwijkingen kunnen passen bij lever-/galwegproblematiek. Volg protocol voor aanvullend onderzoek.

Soortelijk gewicht (SG)

Indruk van concentratie; interpreteer samen met vochtstatus, diuretica en klinische situatie.

Welke factoren verstoren de test?

Interferenten beïnvloeden reactiezones: ascorbinezuur (vitamine C), kleurstoffen/voeding, medicatie, te laat aflezen, overlopen tussen vakjes of onjuiste monsterafname. Documenteer omstandigheden die de betrouwbaarheid raken (bijv. zichtbare verkleuring, recente vitamine-C-inname, antibiotica). Twijfel aan de uitslag? Herhaal met een nieuw monster of kies labdiagnostiek. Vermijd aflezen in slecht licht en vergelijk niet “op het oog” buiten de aangegeven tijd.

Kwaliteitsborging en opslag

  • Bewaar strips conform fabrikant (temperatuur, vocht, licht).

  • Sluit de flacon direct na gebruik.

  • Leg vast hoe u batch/lot-nummer registreert en wanneer een geopende flacon wordt vervangen.

  • Overweeg interne controles (positief/negatief) conform instellingsbeleid.

  • Instrueer het team eenduidig en plan korte herinstructies/meekijkmomenten.

  • Richt de kamer in: goede verlichting, timer, absorberend papier en vaste plek om te noteren.

Documenteren, rapporteren en vervolg

Leg per parameter vast wat u hebt afgelezen, inclusief datum/tijd, batch/lot (indien vereist) en context (menstruatie, medicatie, vitamine C). Gebruik bij voorkeur vaste velden/keuzen in het EPD zodat gegevens vergelijkbaar blijven. Noteer de klinische vraag (“UWI-verdacht?”) en de vervolgstap (bijv. “kweek ingezet”, “expectatief beleid met uitleg”, “lab aangevraagd”).

Bij aanwijzingen voor UWI volgt u het lokale protocol voor wel/geen kweek en beleid per patiëntgroep (zwangeren, mannen, kinderen, kwetsbare ouderen). Bij persisterende hematurie of proteïnurie volgt u de werkafspraken: wel/geen herhaling, aanvullende labdiagnostiek en wanneer verwijzen. Documenteer twijfel of interferentie expliciet; dat helpt bij latere herbeoordeling.

Valkuilen voorkomen: timing, contaminatie en interferenten

De meeste fouten zitten in timing (te vroeg/laat aflezen), contaminatie (overlopen tussen vakjes, onjuiste afname) en interferenten (bijv. vitamine C). Werk met een timer die u direct start, houd de strip horizontaal en veeg overtollige urine af zonder over reactievlakken te wrijven. Twijfelt u? Herhaal met een nieuwe strip of kies voor labonderzoek. Noteer opvallende verkleuringen en weeg de betrouwbaarheid mee.

Praktijkcase: dysurie zonder koorts (eerste lijn)

Een 34-jarige patiënt meldt branderige mictie en frequente kleine beetjes, sinds twee dagen. Geen koorts of flankpijn. In de praktijk wordt middenstroomurine opgevangen. U voert een Combur-urinestrip uit en leest elk vakje op tijd af. Nitriet is positief; leukocytenesterase is positief. U koppelt de bevindingen aan de klachten en handelt conform het lokale protocol. De vervolgstap (bijv. expectatief beleid, uitgesteld beleid of kweek) wordt gekozen op basis van de afspraken voor ongecompliceerde cystitis. U legt datum/tijd, batch, aflezing en gekozen beleid vast in het EPD. Bij recidiefklachten is herbeoordeling met anamnese leidend en kan de strip opnieuw ondersteunend worden ingezet.

Tips & veelgemaakte fouten

  • Start de timer direct na dompelen; voorkom te laat aflezen.

  • Houd de strip horizontaal; voorkom overloop tussen vakjes.

  • Dep kort en gelijkmatig; niet wrijven over reactiezones.

  • Vergelijk met de kleurkaart op het juiste moment; niet “op het oog”.

  • Documenteer bijzonderheden (menstruatie, medicatie, vitamine C) expliciet.

Conclusie

Gebruik de Combur-urinestrip gericht en voer de test consequent uit: goede indicatie, zorgvuldig monster, strikte afleestijden en gestandaardiseerde verslaglegging. Interpreteer elke parameter in de klinische context en volg het lokale protocol voor vervolgonderzoek. Zo voorkomt u over- of onderdiagnostiek en blijft de zorg doelmatig en veilig.

Disclaimer

Deze informatie is bedoeld als algemene voorlichting voor zorgprofessionals. Volg altijd de geldende medische richtlijnen en lokale protocollen. Raadpleeg bij twijfel een arts/specialist.

Veelgestelde vragen

Wanneer is een urinestrip níet zinvol?

Bij afwezigheid van een klinische vraag, bij behoefte aan exacte kwantificering (bijv. ACR), of wanneer het monster niet betrouwbaar is (contaminatie, te lang bewaard).

Moet elke positieve strip met een kweek worden bevestigd?

Nee. Volg het lokale protocol. Bij ongecompliceerde cystitis met passend klachtenpatroon is een kweek vaak niet nodig; bij risicogroepen of therapiefalen wel.

Wat doe ik bij twijfel over een kleurreactie?

Herhaal met een nieuwe strip en optimale uitvoering. Documenteer omstandigheden. Bij aanhoudende onzekerheid of discrepantie: kies voor laboratoriumdiagnostiek.

Speelt vitamine C echt zo’n grote rol?

Ja. Ascorbinezuur kan specifieke reactiezones beïnvloeden. Vraag ernaar en weeg dit mee; zo nodig herhalen of labonderzoek inzetten.

Mag ik resultaten telefonisch doorgeven?

Dat kan, mits u context en instructies duidelijk meegeeft. Leg de communicatie vast en benoem wanneer hercontact of herbeoordeling nodig is.