Een HbA1c-uitslag voelt soms als een rapportcijfer. In werkelijkheid is het geen oordeel, maar een hulpmiddel: het laat zien hoe uw gemiddelde bloedsuiker de afgelopen maanden is geweest. HbA1c helpt u en uw zorgverlener te beoordelen of aanpassingen in leefstijl of medicatie effect hebben – maar het vertelt niet het hele verhaal. Hieronder leest u wat HbA1c betekent, wat als normaal wordt beschouwd en hoe u met kleine, haalbare stappen invloed kunt uitoefenen op uw waarden.
Wat is HbA1c precies?
HbA1c staat voor geglyceerd hemoglobine: hemoglobine in rode bloedcellen waaraan glucose zich heeft gehecht. Rode bloedcellen leven gemiddeld twee tot drie maanden. Daarom weerspiegelt HbA1c het gemiddelde van uw bloedsuiker over ongeveer 8–12 weken. Het is dus geen momentopname zoals een vingerprik.
HbA1c omrekenen naar eAG (gemiddelde glucose)
Veel mensen zoeken “HbA1c mmol/mol naar procent” of “HbA1c omrekenen naar eAG”. De eAG is een geschat gemiddelde glucosewaarde die past bij uw HbA1c.
Vuistregel: 53 mmol/mol ≈ 7,0% HbA1c ≈ 8,6 mmol/L eAG. Als grove richtlijn geldt ook: 1% HbA1c komt ongeveer overeen met 1,6 mmol/L verschil in eAG. Dit zijn schattingen. Door individuele verschillen (zoals levensduur van rode bloedcellen en dagvariatie) kan dezelfde HbA1c bij verschillende mensen toch andere dagcurves hebben.
HbA1c (mmol/mol) | HbA1c (%) | Geschatte gemiddelde glucose (eAG, mmol/L) |
---|---|---|
42 | 6,0 | 7,0 |
48 | 6,5 | 7,8 |
53 | 7,0 | 8,6 |
59 | 7,5 | 9,4 |
64 | 8,0 | 10,2 |
Wat is een normale HbA1c-waarde?
Bij mensen zonder diabetes ligt HbA1c meestal onder 42 mmol/mol (ongeveer onder 6,0%).
Categorie | HbA1c (mmol/mol) | HbA1c (%) | Betekenis |
---|---|---|---|
Normaal | < 42 | < 6,0 | Geen diabetes |
Verhoogd risico (prediabetes) | 42–47 | 6,0–6,4 | Verhoogd risico op diabetes |
Diabetes | ≥ 48 | ≥ 6,5 | Waarde past bij diabetesdiagnose |
Heeft u diabetes? Dan spreekt u met uw zorgverlener een persoonlijke streefwaarde af. Een vaak gehoord doel is rond 53 mmol/mol (7,0%), maar dat is niet voor iedereen passend. Leeftijd, risico op hypo’s, medicatie, werk en persoonlijke voorkeuren tellen mee.
Wat HbA1c wel en niet vertelt
HbA1c vat maanden samen in één cijfer. Dat is handig voor trends, maar het verbergt de spreiding. Twee mensen met hetzelfde HbA1c kunnen totaal verschillende dagcurves hebben.
Het cijfer is dus een samenvatting, geen volledig verslag. Het helpt om terug te kijken over een periode, maar het vertelt niets over de pieken en dalen tussendoor. Als u klachten merkt (trillerig, hoofdpijn, suf), is het zinvol rond die momenten extra te meten of de sensor te bekijken. Zo ontdekt u waar de winst te halen is: bij de maaltijd, in de avond of juist ’s nachts.
-
Persoon A: stabiel tussen 5 en 9 mmol/L → weinig klachten.
-
Persoon B: wisselend tussen 3 en 14 mmol/L → meer kans op hypo’s of klachten.
Daarom is het verstandig HbA1c te combineren met dagcurves of sensordata (CGM). Zo ziet u wanneer de pieken en dalen optreden en wat u eraan kunt doen.
Zelf meten: glucosemeters en sensoren (CGM)
Zelf meten helpt u begrijpen wat er dagelijks gebeurt en waarom een HbA1c stijgt of daalt.
Glucosemeters
Een glucosemeter toont direct uw huidige bloedsuiker. Handig bij maaltijden, klachten of als u medicatie aanpast.
Glucosesensoren (CGM)
Een sensor, zoals de FreeStyle Libre 2, meet continu. U ziet patronen: stijgingen na het eten, nachtelijke dalingen en ochtendschommelingen. Samen met HbA1c geeft dit het compleetste beeld.
Begrippenkader TIR/TBR/TAR:
-
TIR (Time in Range): percentage tijd binnen uw afgesproken bereik (bijvoorbeeld 3,9–10 mmol/L).
-
TBR (Time Below Range): percentage tijd onder het bereik (kans op hypo’s).
-
TAR (Time Above Range): percentage tijd boven het bereik (hoge waarden).
Minder TBR is meestal veiliger. TIR helpt u zien of aanpassingen werken.
HbA1c verantwoord verlagen: praktische tips
Kies één of twee kleine dingen die u een paar weken volhoudt. Meet of kijk met uw sensor wat er verandert. Deze aanpak werkt vaak beter dan alles tegelijk omgooien.
-
Beweeg slim. Tien tot vijftien minuten wandelen na de maaltijd helpt pieken afvlakken.
-
Verdeel koolhydraten. Kies voor vezel- en eiwitrijke maaltijden; beperk snelle suikers.
-
Houd regelmaat. Eet en slaap zo veel mogelijk op vaste tijden; stress en slechte slaap verhogen vaak de glucose.
-
Gebruik medicatie zoals afgesproken. Verander nooit zelf; overleg altijd met uw arts.
-
Maak een meetplan. Bepaal wanneer u meet (meter of sensor) en wanneer u samen evalueert.
Zo pakt u het stap voor stap aan: observeer wat er gebeurt, probeer een kleine wijziging en kijk daarna of het werkt. Werkt het niet? Pas het plan dan weer aan met uw zorgverlener.
Scenario’s uit de praktijk:
-
Mijn HbA1c blijft gelijk, maar ik voel me slechter. Mogelijk zijn er meer schommelingen. Kijk naar TIR/TBR/TAR en meet rond klachten.
-
Mijn HbA1c is hoger, terwijl ik gezonder eet. Het effect wordt vaak pas na weken zichtbaar; kijk ook naar porties, timing, slaap en stress.
-
Mijn nuchtere waarde is goed, maar HbA1c toch hoog. Kijk naar pieken na de maaltijd; kleine aanpassingen rond eten kunnen veel schelen.
Wanneer is HbA1c minder betrouwbaar?
Soms klopt HbA1c niet met hoe u zich voelt of met dagmetingen. Dat kan als de levensduur of samenstelling van uw rode bloedcellen anders is:
-
Zwangerschap: versneld vernieuwde bloedcellen kunnen HbA1c verlagen.
-
Anemie (bloedarmoede) of ijzertekort: kan HbA1c vertekenen.
-
Recente bloedtransfusie: verandert de samenstelling van het bloed.
-
Hemoglobinopathieën: erfelijke varianten kunnen metingen beïnvloeden.
In zulke situaties is aanvullende monitoring (bijvoorbeeld CGM of dagcurves) of een alternatieve test soms beter. Bespreek dit met uw zorgverlener.
Hoe vaak HbA1c meten?
-
Zonder diabetes: alleen op indicatie (bijvoorbeeld bij verhoogd risico).
-
Met diabetes en stabiel: meestal elke 3–6 maanden.
-
Na wijziging van therapie of leefstijl: soms elke 2–3 maanden om effect te volgen.
Een onverwachte, snelle stijging of daling is altijd reden om dit samen te bekijken.
Veelgemaakte misverstanden en de juiste uitleg
-
Een mooi HbA1c betekent dat alles onder controle is. Niet altijd. Het gemiddelde kan hypo’s en pieken verbergen. Combineer daarom met TIR of dagcurves.
-
HbA1c daalt meteen als ik gezonder eet. Het effect wordt pas na weken zichtbaar, omdat HbA1c terugkijkt over 8–12 weken.
-
Iedereen heeft dezelfde streefwaarde. Streefwaarden zijn persoonlijk en hangen af van veiligheid en haalbaarheid.
Conclusie
HbA1c is een waardevolle kompaswaarde voor de afgelopen maanden, maar het zegt niets over schommelingen. Door HbA1c te combineren met een glucosemeter of sensor en te kijken naar TIR/TBR/TAR krijgt u grip op veiligheid en dagelijks comfort. Bespreek uw uitslag altijd met uw zorgverlener, kies haalbare stappen en plan een evaluatiemoment. Zo werkt u stap voor stap aan een HbA1c dat bij u past.
Veelgestelde vragen
Is 48 mmol/mol HbA1c hoog?
48 mmol/mol (ongeveer 6,5%) past meestal bij diabetes. Bespreek met uw arts wat dit voor u betekent.
Wat is een normale HbA1c-waarde bij diabetes type 2?
Dat is persoonlijk. Vaak is rond 53 mmol/mol (7,0%) een doel, maar dit hangt af van leeftijd, risico op hypo’s en medicatie.
Hoe snel kan HbA1c dalen?
U ziet doorgaans effect na 8–12 weken, de periode waar HbA1c over terugkijkt. Kleine stappen kunnen al verschil maken.
HbA1c mmol/mol naar procent – hoe reken ik om?
Gebruik de tabel hierboven als snelle referentie. Onthoud dat het schattingen zijn.
Kan ik HbA1c verlagen zonder medicijnen?
Soms wel. Regelmatiger bewegen, koolhydraten verdelen, beter slapen en stress verminderen helpen vaak. Overleg altijd met uw zorgverlener.
Waarom klopt mijn HbA1c niet met mijn sensor of vingerprikken?
Omdat HbA1c een gemiddelde is en geen momentwaarden toont. Kijk naar TIR/TBR/TAR en meet rond klachten.
Is HbA1c betrouwbaar tijdens zwangerschap of bij anemie (bloedarmoede)?
Minder. Bespreek alternatieven (bijvoorbeeld fructosamine) of zet tijdelijk meer in op CGM of dagcurves.
Wat is het verschil tussen HbA1c en nuchtere glucose?
Nuchter is een meting van nu. HbA1c is een samenvatting van weken tot maanden. Beide zeggen iets anders en vullen elkaar aan.